We hebben er allemaal mee te maken. Emoties horen bij het dagelijkse leven. We kennen allemaal de kleine of grote dingen waar we blij van worden. Aan de andere kant zijn er ook gebeurtenissen in ons leven die ons boos of verdrietig maken. Veel psychologen verdelen onze emoties in zes hoofdcategorieën: blij, boos, verdrietig, angstig, afschuw en verbazing. Zes verschillende emoties is genoeg om onenigheid te krijgen.

Onenigheid ontstaat vaak wanneer er geen duidelijkheid bestaat over de regels. In Nederland hebben we veel regels. Je zou dus zeggen dat er veel duidelijkheid is. Toch is dat niet zo. Alle gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen kennen de regels die de Nederlandse en Europese overheden daarvoor hebben gemaakt. Het zijn duidelijke regels.

Op de verpakkingen staat vermeld in welke gewassen het middel gebruikt mag worden en welke dosering er per hectare gebruikt mag worden. Hoe vaak het middel gebruikt mag worden en hoeveel dagen er tussen twee spuitmomenten moet zitten.

Daarnaast zijn er nog regels omtrent de weersomstandigheden en de machines die gebruikt worden om te spuiten. Uiteraard is degene die de spuit bestuurt in het bezit van een certificaat. Wetenschappelijk onderzoek ligt ten grondslag aan de regelgeving.

Onderzoek is cijfers met elkaar vergelijken en de resultaten verbinden aan veilige gebruiksaanwijzingen. Cijfers hebben niets te maken met emotie, het is een kwestie optellen en aftrekken. Voor de gebruiksaanwijzing van gewasbeschermingsmiddelen wordt er nog rekening gehouden met een veiligheidsmarge. Dat houdt in dat de gebruiker de middelen met een gerust hart kan inzetten om zijn gewassen te beschermen. Er is altijd ruimte voor verbetering. Vandaar dat er constant onderzoek wordt gedaan naar nog betere middelen.

De twijfel die er helaas heerst over de juistheid van het wetenschappelijk onderzoek roept bij mij de emoties verbazing, boos en verdrietig op.