TEKST Peter van Leth BEELD Wageningen Economic Research
rode cijfers voor 13% snijbloementelers en 19% potplantentelers
Het verschil tussen de beste en de minst presterende bedrijven wordt met de jaren groter. Koplopers trekken het gemiddelde meer omhoog dan achterblijvers naar beneden. Die trend zet zich in 2023 voort. Zowel corona als de energiecrisis doet geen afbreuk aan deze trend. Dit blijkt uit de inkomensraming van Wageningen Economic Research (WEcR).
Het gemiddeld inkomen (uit bedrijf per onbetaalde arbeidskracht) van snijbloemenkwekers wordt voor 2023 geraamd op bijna €300.000. Een toename van €55.000 euro ten opzichte van 2022 en circa €100.000 boven het gemiddelde over de periode 2018-2022. Het inkomen neemt voor een gemiddeld snijbloemenbedrijf naar verwachting toe door een beperkte kostendaling (2%) en beperkt toegenomen opbrengsten (3%),
Het gemiddelde inkomen voor pot- en perkplantentelers is voor 2023 geraamd op circa €205.000, een toename van €65.000 ten opzichte van 2022 en circa €35.000 boven het gemiddelde over de periode 2018-2022. Nadat het inkomen in 2022 sterk afnam, veert het inkomen in 2023 weer omhoog. Door de kosten in de hand te houden en deze mee te laten bewegen met de lagere omvang van het gemiddelde bedrijf en de opbrengsten nagenoeg op hetzelfde niveau te houden als vorig jaar, veelal door hogere verkoopprijzen bij een lager volume, kon het inkomen stijgen.
60% in het groen
De jaarlijkse kanttekeningen van WEcR bij de raming zijn dat de bedrijfsverschillen groot zijn en dat jaren moeilijk met elkaar zijn te vergelijken. De spreiding in het inkomen in de gebruikelijke WEcR-grafieken laten dat zien (zie grafieken hiernaast).
Vooral de bovenkant van het groene spreidingsvlak bij snijbloemenbedrijven stijgt dit jaar. Boven en onder dit groene vlak bevinden zich elk nog 20% van de bedrijven. Voor 20% van de bedrijven wordt een inkomen geraamd van minder dan ongeveer €30.000, terwijl voor een even zo grote groep bedrijven een inkomen wordt geraamd van boven de €540.000.
De grafiek bij pot- en perkplantenbedrijven vertonen ook een groot groen vlak. De randen van dit groene vlak laten zien dat aan de onderkant geen verbetering is opgetreden in 2023. Alleen de bovenkant van het vlak stijgt. Dit geeft aan dat 20% van de bedrijven boven de €305.000 aan inkomen geneert. Vorig jaar lag die grens nog op €243.000. Onderaan is dat verschil slechts enkele duizenden euro’s. Ook bevindt de gemiddelde lijn zich in de bovenste helft van het groene vlak. Dat betekent dat een relatief kleiner aantal bedrijven met hoge inkomens zorgt voor dit gemiddelde.
Inkomensverschillen groeien
Zowel bij snijbloemen als pot- en perkplantenbedrijven bleef de onderkant van het groene vlak stabiel en stijgt het aan de bovenkant. Energie heeft daarin volgens onderzoeker Gerben Jukema een sterk aandeel. „Bij snijbloemen zijn de laatste twee jaar de verschillen sterk toegenomen. Bij pot- en perkplanten was er altijd al een groot verschil, maar ook daar is de bandbreedte over de jaren toegenomen.”
Arbeidskosten en energie zijn de kostenposten volgens Jukema geweest die spreiding in inkomen in 2023 hebben bepaald. Maar ook hebben telers soms veel nieuwe teeltechnische zaken moeten doorvoeren, die ze liever wat geleidelijker hadden gedaan. Denk aan het telen met LED.
Flexibiliteit in bedrijfsvoering is cruciaal en bepaalt in sterke mate het bedrijfsresultaat is de overtuiging van de onderzoeker. „Als het moet heb je dan de financiële en bedrijfstechnische mogelijkheden of het ondernemingsvermogen om de bedrijfsvoering aan te passen? Een financiële buffer bij energie-extremen als in 2022 was soms geen overbodige luxe.”
Toch in het rood
Ondanks mooie gemiddelde inkomenscijfers, was de liquiditeitspositie in december 2023 bij 13% van snijbloementelers en 19% van pot- en perkplantentelers negatief. De kasstroom was negatief. Van de bloemenbedrijven met rode cijfers kon 9% het opvangen met liquide middelen of door te besparen, 3% zag zich genoodzaakt aflossingen uit te stellen. Zelfs 1% van hen moest andere wegen inslaan om het hoofd boven water te houden, veelal door bijfinanciering. Deze percentages liggen bij plantenbedrijven op respectievelijk 11, 2 en 6%.
Gemiddeld bedrijf bestaat niet
Inkomensramingcijfers geven een gemiddelde aan waarin weinig bedrijven zich herkennen, ervaart Jukema. „Er bestaat geen gemiddelde Nederlander en ook geen gemiddeld sierteeltbedrijf. Iedereen heeft zijn eigen kenmerken, contracten, kapitaal, kennis, managementvaardigheden en netwerk en zal op basis van zijn eigen bedrijfsspecifieke kenmerken een toekomst moeten uitstippelen. Flexibel kunnen inspelen op verduurzaming (energie, middelen/ziekten/water) en energievraagstukken gecombineerd met goed personeelsmanagement en teeltkennis zijn essentieel voor de toekomst.”
-
Dé glastuinder bestaat steeds minder
Next page1.
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaal.bloemisterij.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Dé glastuinder bestaat steeds minder
Next page1.
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaal.bloemisterij.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928