TEKST Peter van LethBEELD Shutterstock
Opnieuw heeft een rechter de inzet van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt verboden. Omwonenden in een naastgelegen woonwijk hadden de rechtszaak aangespannen. Het zogenoemde voorzorgsbeginsel prefereert opnieuw boven de inzet van legale gewasbeschermingsmiddelen. In de praktijk worden de uitspraken door burgers aangegrepen om de precedentwerking, die de land- en tuinbouw vreest, te realiseren.
Een rechter in Roermond verbiedt een leliekweker in Sevenum (Limburg) zijn lelies met gewasbeschermingsmiddelen te beschermen, omdat er een reële kans is op gezondheidsschade van omwonenden en hun kinderen. De rechter acht het zogenoemde voorzorgsbeginsel belangrijker dan het commerciële belang van de teler. Een rechter uit Assen kwam vorig jaar tot hetzelfde oordeel tegen een leliekweker in Boterveen (Drenthe). In hoger beroep bij het gerechtshof mocht hij toch nog zeer beperkt middelen inzetten. De Limburgse kweker gaat niet in hoger beroep tegen de uitspraak.
Middelen bestudeerd
Dat de middelen zijn getest en goedgekeurd, betekent niet dat de middelen veilig zijn, staat in de toelichting. Bij het testen van de middelen wordt namelijk niet getest op neurologische gevolgen die pas op de lange termijn optreden, zoals de ziekte van Parkinson. Ook wordt bij de testen geen onderzoek gedaan naar ontwikkelingsstoornissen van kinderen.
Voor deze zaak heeft Martin van den Berg, emeritus professor in de Toxicologie, de lijst met middelen bestudeerd die de teler wilde gaan spuiten. Zeven van de ’groene’ middelen blijken volgens hem een reële kans te geven op ernstige neurologische gezondheidsschade. Niet alleen voor volwassenen, maar ook kan het de hersenontwikkeling van kinderen negatief beïnvloeden tijdens de zwangerschap van de moeder en tijdens het opgroeien. Van den Berg kon niet zeggen hoeveel je van die middelen binnen moet krijgen, wil de schade optreden.
Worstelen met het begrip
Tijdens een debat over gewasbeschermingsmiddelen op 14 mei worstelden zowel landbouwminister Adema als diverse Kamerleden met het begrip voorzorgsbeginsel en hoe daar als volksvertegenwoordiger mee om te gaan. Dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) niet uitgaat van het voorzorgsbeginsel bij toelatingsprocedures verwijst Adema echter naar het land der fabelen. „De inzet bij toelatingen is juist het voorzorgsbeginsel. Hierbij worden enorme bandbreedtes aangehouden, bijvoorbeeld maximale toelaatbare niveaus voor blootstelling. En alle beoordelingen worden gedaan op worst case-scenario’s om risico’s te minimaliseren.”
Partijen als PvdD, D66, GroenLinks/PvdA zijn blij dat de rechter op basis van het voorzorgsbeginsel omwonenden in het gelijk stelt. Zo oordeelde ook het Europese Hof van Justitie in een recente uitspraak. Volgens deze partijen en milieuorganisaties wordt hiermee een bom gelegd onder de Europese Gewasbeschermingsmiddelenverordening. Zo ver gaat Adema niet; het Ctgb bestudeert de uitspraak.
CDA-Kamerlid Eline Vedder is zoekende naar de duidelijkheid voor zowel telers als omwonenden. „Op het moment dat het een politieke discussie wordt, heb ik daar mijn vraagtekens bij of daar de beslissingen uitrollen waar we netto het meeste aan hebben.” Waarop VVD-Kamerlid Thom van Campen aanvult: „Als Kamerlid voel ik niet dat ik een individueel oordeel moet hebben over een middeltoelating. In onze democratie zijn daar instituties voor in het leven geroepen waarop we moeten vertrouwen.”
De uitspraken van Nederlandse rechters en het Europese Hof van Justitie vindt Adema complex. Op de consequenties belooft het landbouwministerie terug te komen zodra de juridische analyses zijn afgerond.
LTO en KAVB ontdaan
LTO Nederland en de KAVB zijn ook nu weer ontdaan over de uitspraak met dezelfde argumenten. Ze vinden dat de uitspraak voorbijgaat aan de Europese en nationale toelatingseisen en -regels voor gewasbeschermingsmiddelen. Zij stellen dat lelietelers en alle andere telers er vanuit moeten kunnen gaan dat middelen die door het Ctgb zijn toegelaten, ingezet kunnen worden als dat nodig is.
Toegelaten gewasbeschermingsmiddelen moeten wetenschappelijk bewezen veilig zijn voor mens, dier en milieu. Dit is volgens LTO Nederland en de KAVB ook in het belang van agrarisch ondernemers, hun gezinnen en medewerkers. Als er wetenschappelijke indicaties zijn dat middelen minder veilig zijn dan voorheen verondersteld, dan moet dit serieus en zorgvuldig worden onderzocht. De belangenorganisaties noemen het dan ook positief dat het landbouwministerie aan het RIVM de opdracht heeft gegeven voor aanvullende onderzoek naar de relatie tussen gewasbeschermingsmiddelen en humane gezondheid. Wat LTO Nederland en de KAVB betreft moeten de resultaten van dergelijk wetenschappelijk onderzoek leidend zijn.
Openheid inhoud spuittank
Nu is het wederom een lelieteler die wordt teruggefloten, maar wie zegt morgen geen zomerbloementeler of vasteplantenkweker? Volgens Erik Stuurbrink, voorzitter LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen moet worden voorkomen dat de hele sector wordt gestigmatiseerd. „We moeten juist samen zorgen voor maatschappelijk draagvlak, luisteren naar zorgen uit de omgeving, uitleggen waarom we gewasbescherming toepassen, en zonodig ook vertellen wat er in de tank zit. Van de buitenkant zie je immers niet welke vloeistof erin zit. Laten we nog beter uitdragen wat we als sector doen, hoe goed we bezig zijn voor de omgeving en het welzijn van iedereen.”
Dat is volgens hem hard nodig. „Gezien de reacties die ik al krijg op de uitspraken is er al bij wijze van spreken sprake van een precedentwerking. Verscheidene telers die bezig zijn met spuiten of willen gaan spuiten, worden door omwonenden aangesproken.”
De Europese Unie verplicht landen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden voor drinkwaterwinning en de beschermde Natura 2000-
gebieden te stoppen of te minimaliseren. Provincies zijn nu hoofdverantwoordelijk voor de bescherming van deze gebieden, maar staan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toch toe. Dit vindt Natuur & Milieu een zorgelijke situatie. Omdat Nederland volgens de milieuorganisatie hiermee het Europees recht schendt, heeft ze een klacht ingediend in Brussel over het Nederlandse beleid.
Landelijk verbod aan nieuw kabinet
Het landbouwministerie (LNV) wijst er op dat provincies verantwoordelijk zijn voor het invoeren en handhaven van een verbod op gewasbeschermingsmiddelen in natuur- en drinkwatergebieden. In waterwingebieden geldt een verbod, in grondwaterbeschermingsgebieden niet. Toch heeft landbouwminister Adema de WUR een Quick Scan laten uitvoeren om een eerste voorlopig inzicht te krijgen in de impact van een landelijk gebruiksverbod van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebieden. Op basis van de Quick Scan is nog niet te concluderen dat een generiek verbod geschikt, noodzakelijk en proportioneel is. Definitieve besluiten laat Adema over aan een nieuw kabinet.
Op PlatformBloem vindt u nog meer over dit onderwerp.
-
Voorzorgsbeginsel nekt middeleninzet wederom
Next page1.
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaal.bloemisterij.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Voorzorgsbeginsel nekt middeleninzet wederom
Next page1.
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/digitaal.bloemisterij.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928