Log in om toegang te krijgen tot het magazine

Loading...

Omslagartikel

Zoetwaterlens als APPELTJE voor de dorst

De plaatsing van een drainput waarmee het grondwaterpeil is te regelen. Of en hoe deze techniek is toe te passen, hangt af van het doel waarvoor het wordt gebruikt, de grond, de teelt en de beschikbaarheid van zoet water.

Tekst en Beeld Joef Sleegers
Illustratie Waterschap Limburg

Peilgestuurde DRAINAGE goed te combineren met wateropslag

Water is het bloed van de plant. Het neerslagtekort in de afgelopen twee zomers laat zien dat de beschikbaarheid van dat water niet meer altijd vanzelfsprekend is. Buitenbloementelers moeten nu alvast nadenken over hun watervoorziening in de toekomst, vinden adviseurs. Een van de deeloplossingen kan peilgestuurde drainage zijn, eventueel in combinatie met wateropslag. Een zoetwaterlens als appeltje voor de dorst.

Vorig jaar en dit jaar waren zeer droge jaren, en de voorspelling is dat zowel buien als neerslagtekorten in de toekomst met grotere pieken zullen komen. Voor de meeste buitenbloemen­telers is droogte tot nu toe niet zo’n probleem geweest, omdat ze kunnen beregenen. Maar in sommige situaties is er te weinig water van goede kwaliteit, of is beregenen niet toegestaan. Peilgestuurde drainage kan dan helpen om de droge tijd beter door te komen.

Zoetwaterlens

Het principe van peilgestuurde drainage is dat de teler een zoetwaterlens tussen zijn drainbuizen opzet, bijvoorbeeld door regenwater niet meer weg te laten stromen, of door extern water binnen te laten. Daarmee creëert hij een hogere grondwaterstand voor drogere tijden. Het perceel wordt als het ware losgekoppeld van de sloot. De planten hebben dan makkelijker toegang tot water en lopen minder kans op droogteschade.

Bij peilgestuurde drainage wordt onderscheid gemaakt tussen een actieve en passieve variant (zie kader ’Actieve en passieve drainage’). De aanleg van zo’n systeem kost doorgaans ruim het dubbele van reguliere drainage, schat Simon van Meijeren, hydroloog bij adviesbureau Acacia. „Dit wordt goedkoper als we het efficiënter kunnen aanleggen met minder manuren. Hier werken we samen met draineurs en agrariërs aan.”

Volgens René van Gastel, adviseur bij GroeiBalans, hoeft het systeem in de basis niet veel te kosten. Het kan gaan om eenvoudige maatregelen zoals een instelbare verzamelput, waarmee het niveau handmatig is te regelen.

Waterschappen

In de landbouw is al vrij veel ervaring opgedaan met peilgestuurde drainage, bijvoorbeeld via het programma Spaarwater, dat bedoeld is om agrariërs minder afhankelijk te maken van oppervlaktewater voor irrigatie. In Noord-Holland wordt het in de bloembollen toegepast als manier van beregening. Daar is het beter bekend als sub-irrigatie. Er zijn meerdere waterschappen die dit stimuleren, vooral om inklinking van veengronden te voorkomen.

In Limburg is het gebruik van traditionele drainages sinds 1 januari 2018 zelfs verboden. Hier geldt een ombouwplicht naar peilgestuurde drainage, als maatregel om vochttekorten tegen te gaan. In de teelt van buitenbloemen wordt het nog nauwelijks toegepast.

Of en hoe de techniek is toe te passen, hangt af van afhankelijk van het doel waarvoor het wordt gebruikt, de grond, de teelt en de beschikbaarheid van zoet water.

Telers moeten nu al nadenken over watervoorziening in de toekomst

Henk van den Berg, adviseur zomerbloemen

Bedieningsgemak

In de regio Boskoop wordt peilgestuurde drainage gestimuleerd door Greenport Boskoop, die het ziet als een manier om bodemdaling tegen te gaan. Een handvol boomkwekers is hiermee aan het experimenteren, samen met Broere Beregening uit Waddinxveen, een bedrijf dat irrigatiesystemen aanlegt. De techniek is op veel plaatsen toepasbaar waar drainage ligt, legt directeur Arie Jan Broere uit. Volgens hem is belangrijkste voorwaarde dat de grond en vooral de drainagebuizen horizontaal liggen.

„De grootste slag die we hebben gemaakt is het bedieningsgemak. De ondernemer wil niet telkens de peilput in duiken om handmatig de vlotter te verzetten. Daarom hebben we in de put een schakelkastje met een niveausensor geplaatst, die we kunnen bedienen met een app op de smartphone. Zo kun je veel actiever omgaan met het waterpeil. In een natte periode laat je de grond eerst enkele weken doorspoelen om zout kwijt te raken. Daarna kun je het water gaan vasthouden. Eventueel kun je extern water inlaten om te voorkomen dat een holle waterspiegel ontstaat. Voor een droge periode zet je het niveau wat hoger, in een lange periode van neerslag laat je het peil weer zakken.”

Broere schat de extra kosten voor deze bediening van het waterpeil op zo’n €2.000. Daarvoor krijgt de teler een slimme schakelkast in de pompput, een inlaatklep voor het buitenwater en een bedieningsapp op zijn smartphone.

Met peilgestuurde drainage krijgen planten makkelijker toegang tot water en lopen ze minder kans op droogteschade

Combinatie met wateropslag

Het is belangrijk dat ondernemers nadenken over hun watervoorziening in de toekomst, vindt Van den Berg. „Als waterschappen een ander beleid gaan voeren – wat zo maar zou kunnen–, dan moeten telers zelf voor voldoende water zorgen. Dat kan bijvoorbeeld met een bassin of een ondergrondse opslag. Er valt meer dan genoeg regen in de winter om de hele zomer door te komen, en er zijn nog veel te weinig buitenbloementelers die daar gebruik van maken. Het is zonde om dat goede water te laten weglopen.”

Peilgestuurde drainage is goed te combineren met een bassin of een ondergrondse wateropslag, zegt hydroloog Van Meijeren. „In gebieden met zout water kan zo voldoende zoet water beschikbaar worden gemaakt om het peil mee op te zetten. In gebieden met droogte kan het ervoor zorgen dat naast passieve peilsturing ook actieve peilsturing mogelijk is, doordat water uit de ondergrondse wateropslag kan worden aangevoerd.”

Ondergrondse wateropslag wordt tot nu toe vooral toegepast in de glastuinbouw, met meer dan honderd projecten. Ook de vollegrondsteelten beginnen interesse te krijgen. Binnen het project Spaarwater zijn systemen ontwikkeld die veel goedkoper zijn dan die in de glastuinbouw. Komende jaren worden op Texel (programma Zoete Toekomst) en bij het Lauwersmeer (programma Zoet op Zout) grootschalige systemen van 100 en 10 ha aangelegd voor vollegrondsteelt.

Een andere mogelijke combinatie is met dubbele drainage. De dieper gelegen drainbuizen trekken het zout weg, waarmee ruimte ontstaat voor zoet water. Het zoute water wordt afgevoerd achter een stuw in de sloot, zodat het slootwater zoet blijft.

Of peilgestuurde drainage toepasbaar is, hangt helemaal af van de situatie. Voor buitenbloementelers is dit wellicht de moeite waard om te onderzoeken. Er zijn verschillende partijen in de markt die daarbij kunnen adviseren.

Techniek werkt voor veel gronden en gewassen, maar niet in alle situaties
Actieve en passieve peilgestuurde drainage

Peilgestuurde drainage is grofweg op te delen in twee varianten, namelijk actief en passief, zegt Simon van Meijeren, hydroloog bij adviesbureau Acacia. Bij de actieve variant wordt het peil gereguleerd met een pomp en regelbare peilput. Vaak wordt oppervlaktewater gebruikt om het peil op de gewenste hoogte te houden. Voor een grote bui of voor de grondbewerking kan het peil worden verlaagd. Hierbij is voldoende goed oppervlaktewater nodig om het peil naderhand te herstellen. Hier werkt de drainage dus twee kanten op.

Bij de passieve variant werkt de drainage maar één kant op. Het water dat in de winter op het perceel valt wordt vastgehouden door het peil hoog te houden. Gedurende het groeiseizoen zakt het peil langzaam, tot het wordt aangevuld door regen.

Peilgestuurde drainage kan op veel gronden en bij veel gewassen worden toegepast. De werking is sterk afhankelijk van de exacte doeleinden waarvoor het wordt gebruikt, de grond, de teelt en de beschikbaarheid van zoet water. Zo reageert  het grondwaterniveau in een zandperceel veel sneller dan in een kleiperceel. Daardoor is een zandperceel beter te sturen, maar zakt het water hier in de zomer ook sneller uit.

In veel van de hogere zandgronden is peilgestuurde drainage lastig, omdat het grondwater ver onder maaiveld ligt, aldus Van Meijeren. Er moet eerst veel water  worden geïnfiltreerd voordat het peil op niveau kan worden gehouden. Het water is dan wel veel langer vast te houden, is de ervaring die René van Gastel al enkele jaren heeft met boomkwekers.

In de bollenstreek heeft beregening de voorkeur boven peilverhoging, stelt Henk van den Berg, adviseur zomerbloemen. „Verzilting ontstaat hier niet onderaf, maar door verdamping. Het heeft dus de voorkeur om water van bovenaf in te brengen. Maar als je niet kunt beregenen, bijvoorbeeld omdat het bronwater niet goed is, dan is peilverhoging altijd beter dan niets doen.”

Jan Nederpel, delphiniumkweker in Noordwijkerhout:
’Tegenwoordig staat de pomp meestal uit’

In de teelt van buitenbloemen wordt nog weinig gewerkt met peilgestuurde drainage. Een van de telers die er ervaring mee hebben is Jan Nederpel, mede-eigenaar van dephiniumkwekerij Delphi in Noordwijkerhout. Hij kan bevestigen dat het in de afgelopen jaren droger is geworden. „We hebben 2.300 m2 kas waarin we de stekken bewortelen. Daarvoor is veel water nodig, dat we uit ons bassin halen. Dit jaar heb ik het bassin drie keer moeten aanvullen met bronwater. In 2018 was dat nog twee keer, in 2017 zelfs maar één keer. Dat geeft voor mij wel aan hoeveel droger het is geworden.”

Nederpel beschikt over een prima bron op de juiste diepte, met een goede EC en nauwelijks ijzer in het water. Voor de watervoorziening op zijn land kiest hij echter bij voorkeur niet voor beregening. „We hebben grond die goed opgeeft. Op het buitenveld hebben we drie drainageputten met pompen om hoosbuien af te voeren. Daarmee kunnen we regelen of we wel of niet uitdraineren. Een jaar of zeven geleden had ik de pompen meestal aan staan, maar tegenwoordig staan ze bijna altijd uit.”

Op het land staan diverse peilstokken om de grondwaterstand te meten. Als antwoord op de droogte van vorig jaar heeft Nederpel de grondwaterstand verhoogd van 70 naar 60 cm onder maaiveld, door middel van passieve drainage. „We zouden de drainage ook actief kunnen gebruiken om het waterpeil te verhogen. Tot nu toe is dat nog niet nodig geweest. Zo extreem droog is het nog niet geweest.”

Het jonge gewas wordt bevochtigd tijdens het planten. Op de trekker heeft Nederpel twee vaten van elk 1.000 liter gezet, een voor en een achter. Tijdens het planten laat hij dit water over de jonge plantjes druppelen om ze een goede start te geven. Deze constructie heeft Nederpel gebouwd van lege vaten die de loonwerker nog had staan en een paar kraantjes van de bouwmarkt. „Dit is precisielandbouw.”

Het principe is een LENS van zoet water tussen de drainbuizen

  • Handelsconflict raakt sierteeltsector

    Next page

    12.

  • Droogte in Zimbabwe raakt Luxaflor Roses nauwelijks

    Next page

    14.